Kroonkurken en vakantiestress

Ik ben er inmiddels zo aan gewend om op reis met handen en voeten te communiceren, dat het even wennen is om mensen in het Nederlands aan te spreken. Ik vind het vooral leuk dat het zoveel makkelijker is om over koetjes en kalfjes kan praten.

Zo raak ik aan de praat met  een man die op zondagochtend de auto´s van kerkgangers in de gaten houdt en om inbrekers op een afstand te houden. Mario -‘ze noemen me Rasta’ -vertelt dat zijn moeder in Nederland woonde, in de Bijlmer. ´Dat is Rotterdam, toch?’ – Mario is er zelf nog nooit geweest, in Nederland.
Nu is zijn moeder dood. Een paar maanden geleden stierf ze. Acht dagen later was haar lichaam terug in Suriname.
‘Het was haar tijd om te gaan’, zegt Mario. ‘Ze was achtentachtig. Haar botten konden haar ziel niet meer dragen.’

Aan de Waterkant loopt een jonge man gebukt door het gras. Af en toe raapt hij iets op.
Wat zoek je?’, vraag ik.
‘Kroonkurken’, antwoordt hij.
‘Waarvoor?’
‘Voor training.’
‘Hoezo?’
‘Kijk maar’, zegt hij. Hij wipt een in de grond getrapte kroonkurk uit de aarde prutst met een stokje de aarde uit het metaal. Dan pakt hij de kroonkurk tussen duim en wijsvinger, knijpt hem plat en gooit hem op de grond.
‘Training voor je armspieren?’
‘Ja, kijk maar.’ Hij rolt zijn mouw op en laat een strakgespannen, geaderde onderarm zien. ‘Ik heb toch verder even niets te doen’, verklaart hij en hij buigt zich weer over het gras.

Het nadeel van dat iedereen Nederlands spreekt, is dat je ook meteen alles verstaat van wat iedereen te zeggen heeft. Bijvoorbeeld over wat de mooiste plekjes in Suriname zijn die je absoluut niet mag missen, – ‘Langetabbetje!’ ‘Berg en Dal!’ ‘De Marie Blanche watervallen!’ – en over wat beter niet te doen: liever niet fietsen in de jungle ‘want die weg is zo modderig!’, ‘en misschien kom je daar wel Braziliaanse goudzoekers tegen… die zijn voor geen cent te vertrouwen! Ik kan het je vertellen want ik heb twintig jaar in het leger gezeten.’

Het is heel goed bedoeld allemaal, en soms zeker ook nuttig om te weten, maar even krijg ik er een beetje vakantiestress van: waar moet ik heen? wat is een goede keuze? en wat ga ik dan allemaal missen? Soms is het makkelijker om op pad te gaan als je van tevoren niet weet waar je uit zal komen en wat anderen daar misschien van vinden.

Daarom blijf ik voorlopig maar bij mijn oorspronkelijke plan, het plan dat ik bedacht toen ik voor het eerst naar de kaart van Suriname keek: op de fiets naar het westen. Dan waarschijnlijk de wind mee. Een prima begin van een tocht, lijkt me.

Morgen vertrek ik. En daarna zie ik wel weer verder.

10 gedachten over “Kroonkurken en vakantiestress

  1. Marin

    Wat ben je toch een heerlijk mens en wat weet je alles toch steeds warm en prettig onder woorden te brengen.

    Geniet vooral daar, maar kom alsjeblieft ook weer veilig thuis .

  2. Harm

    Hoi Saar,

    ik zag je vandaag bij de sluis staan en heb even een babbeltje met je gemaakt over de reis die je aan het ondernemen bent. Veel succes met je reis, doe voorzichtig en geniet van de mooie natuur!

    groeten Harm

    1. Saar Slegers Bericht auteur

      Hee Harm,
      Leuk om van je te horen! Maar jou advies was dan weer erg welkom. Heel leuk om even te babbelen met jou en de dames. Ik heb goed opgepast voor de vampiervleermuizen en de zikas (dat zijn tenminste volgens mij die beestjes die zich ingraven in je voeten en daar tot wormpjes uitgroeien) en ben zonder problemen het oerwoud overleefd!
      Hartelijke groet,
      Saar

Reacties zijn gesloten.