Rijdend koffiezetten

Caroline, de 'intelligente auto' van de Technische Universiteit Braunschweig.

Caroline, de ‘intelligente auto’ van de Technische Universiteit Braunschweig.

Auto’s die slimmer zijn dan hun bestuurders – daar ging het om tijdens het Intelligent Vehicles Symposium vorige week in Eindhoven.

SAAR SLEGERS

Dit artikel verscheen in TU Delta, jaargang 40, nummer 20.

Op de Eindhovense Kennedylaan vertonen onderzoekers hun kunstjes. Ze rijden zonder handen aan het stuur en voeten op de pedalen op en neer over de kruising. Het ene voertuig maakt volautomatisch een noodstop voor een plots overstekende voetganger. Het andere herkent verkeersborden.

Prof.dr.ir. Jörg Eberspächer van de Technische Universiteit München benadrukt dat dit soort auto’s niet bedoeld is om binnenkort op de markt gebracht te worden. “Het zijn onderzoeksvoertuigen. De technologie die wij ontwikkelen kan later ook op andere terreinen toegepast worden, in de luchtvaart bijvoorbeeld. Maar voor sommige vrouwen zou het ook wel handig zijn, een auto die automatisch kan inparkeren.”

Naast de demonstraties van allerhande fourweeldrives die volhangen met camera’s, radarapparatuur en zendmasten, ziet de demonstratie van de Delftse werktuigbouwkundige dr.ir. David Abbink er niet bijzonder spectaculair uit. Abbink heeft in zijn stand slechts een simulator, bestaande uit een computer en een ‘haptisch’ gaspedaal, opgesteld. Geïnteresseerden kunnen plaatsnemen en krijgen de opdracht de auto op het beeldscherm te volgen. Als de bestuurder zijn voorganger op het scherm te dicht nadert, geeft het gaspedaal wat tegendruk. In een reflex mindert de proefpersoon gas en voorkomt zo een virtueel ongeluk.

“In vrijwel alle auto’s die hier worden gepresenteerd krijgen bestuurders via displays een waarschuwing als ze te hard rijden. Of ze krijgen auditieve prikkels toegediend. Die waarschuwingssignalen leiden vooral de aandacht af en zijn bovendien irritant”, vertelt Abbink. Hij pleit ervoor een beroep te doen op andere zintuigen. “Een bestuurder die wat tegendruk krijgt van het gaspedaal reageert hier heel natuurlijk op.”

In tegenstelling tot de meeste wagens die tijdens het symposium gedemonstreerd worden, staat bij de opstelling van Abbink de mens centraal. “Ik wil de bestuurder niet vervangen met ingenieuze techniek. In veel intelligente auto’s kun je bij wijze van spreken koffie zetten terwijl je aan het rijden bent. Maar ik vind dat de bestuurder op elk moment verantwoordelijk moet blijven voor zijn rijstijl. Het is ondertussen wel bewezen dat mensen al heel snel gaan vertrouwen op de techniek die taken van hen overneemt. Het zal wel goed gaan, denken ze. Mensen zijn er niet op voorbereid dat de techniek het kan laten afweten. Als ze dan plotseling moeten ingrijpen, is het te laat.”

Jörg Eberspächer wordt een beetje moe van opmerkingen over de verantwoordelijkheid van de bestuurder. “Hoe denk je dat de landing van een vliegtuig in zijn werk gaat? Die gebeurt ook vrijwel volautomatisch. De piloot grijpt alleen in als er iets misgaat. Daar heeft iedereen wel vertrouwen in, maar als het om auto’s gaat heeft iedereen plotseling problemen met automatisering.”

De ‘intelligente’ wagens zitten volgepropt met elektronica. Volgens Eberspächer zitten in de hogere klasse auto’s die nu op de markt zijn, vaak al zeventig à tachtig computers. In de gedemonstreerde intelligente auto’s komen daar nog eens zo’n tien computers bij. Is het niet een groot nadeel voor de gebruiker dat de auto door de voortschrijdende techniek steeds meer een blackbox wordt? Eberspächer: “Je ziet inderdaad dat garages steeds minder werk krijgen doordat het makkelijker is om onderdelen te vervangen dan om ze te repareren. Gelukkig kun je overal nieuwe onderdelen krijgen.” Op de opmerking dat het vervangen van onderdelen toch niet de ideale manier is om een auto te repareren, lacht Eberspächer: “Als je zelf zo graag je auto wilt kunnen repareren, moet je maar met een ingenieur trouwen.”

Tja. Een intelligente auto en een intelligente man – wat kan een moderne vrouw zich nog meer wensen?