Gespierde, halfontklede mannen

Foto: Didier Laude

Foto: Didier Laude

Tambacounda – Koumpentoum, 109 km

’s Avonds, in Koumpentoum, bezoek ik een traditionele worstelwedstrijd – naar het schijnt een erg populaire bezigheid in Senegal. Na betaling van zo’n tachtig cent, mag ik het plein op en wordt het samen met de rest van het dorp dringen rond een open plek waar twee jongens elkaar in een gespannen omhelzing op de grond proberen te krijgen. Enkele djembespelers begeleiden de strijd met opzwepende ritmes.

Het is donker op het pleintje. Het enige licht komt van een peertje dat is opgehangen in boven de open plek en van een felle cameralamp – de hele strijd wordt van dichtbij vastgelegd. In de duisternis buiten de ring moedigt het publiek de strijders aan en lopen de volgende kandidaten zich alvast warm.

Ik ben eigenlijk meer geboeid door de aanblik van de warmlopers dan van de strijders. Het zijn allemaal slanke maar supergespierde jongens. De meesten dragen waterschoentjes en een trainingsbroek die ze slechts tot net onder hun kruis hebben opgetrokken – hun slip duidelijk zichtbaar. Het is een kunst op zich om ervoor te zorgen dat die broeken blijven hangen op deze manier. Sommigen hebben zich flink behangen met grigri’s, een soort amuletten. Ze rennen zich niet warm, nee, ze swingen zich warm. Op het ritme van de djembe’s bewegen ze zich voort ze met sensuele heupbewegingen – naar het schijnt compleet geconcentreerd op de muziek en de komende strijd.

En dan, heel plots, is het echt pikdonker. De elektriciteit is uitgevallen. De scheidsrechter legt de strijd stil en iedereen wacht rustig af. Alleen de djembespelers trommelen door en ook de warmlopers blijven swingen.

Ik knijp hem er stilletjes tussenuit: tijd voor bed.

De foto is trouwens niet door mij gemaakt – net toen ik wilde gaan fotograferen viel het licht uit – maar hij had die avond gemaakt kunnen zijn. Het origineel vind je hier.