Mosterd

Tijdens mijn lunchpauze in Ashbourne raak ik in gesprek met Steven, een zestiger met stevige wandelschoenen, korte broek, zwarte sokken en een dagrugzak. Hij is sinds een paar weken met pensioen en is beslist niet van plan zich te gaan vervelen. Hij vindt het prima om er alleen op uit te gaan zegt hij. “Ik kan zo lang wandelen als ik wil en ik beslis zelf hoe lang ik hier op dit bankje blijf zitten. Tien minuten of een uur… niemand die er wat van zegt!”

Ik haal een pork pie uit mijn fietstas. Die heb ik dertig kilometer eerder bij een bakker in Derby gekocht. Een goede keus, meent Steven, “maar een pork pie is pas echt lekker als je er augurken bij eet. Of een lik mosterd.”

“Gelukkig heb ik altijd wat mosterd op zak voor geval van nood”, zegt Steven. “Engelse mosterd wel te verstaan, niet van dat Franse spul dat je ze wel eens in restaurants geven.” Eerst geloof ik hem niet, maar dan Steven grabbelt in zijn rugzak en haalt er een knijpfles Colman´s mosterd uit.

Ik eet mijn pork pie met mosterd, we praten nog wat en dan gaan we allebei weer op pad.
Alleen, maar tevreden.