Geheime deportatie

Diego GarciaBegin jaren ’70 deporteerden de Britten de bewoners van de Chagoseilanden. De ‘ontvolking’ van de eilanden werd vakkundig in de doofpot gestopt. Nu de eilanders terug willen, gebruiken de Britten argumenten als wereldveiligheid en natuurbehoud om hen de toegang te ontzeggen.

 

SAAR SLEGERS
Dit artikel werd gepubliceerd in de VPRO Gids, april 2011.
Beluister ook mijn radiodocumentaire Pottenkijkers ongewenst
In Nederland zijn de Chagoseilanden onbekend. En zo op het eerste gezicht doen
ze ook weinig ter zake, de zestig minuscule koraaleilandjes midden in de Indische

oceaan. Echter, vanaf deze eilanden stegen de Amerikaanse gevechtsvliegtuigen op om Afghanistan en later Irak te bombarderen. Op het grootste eiland van de Chagosarchipel, Diego Garcia, bevindt zich de grootste extraterritoriale militaire basis van de Verenigde staten, een basis waarvan langeafstandsraketten kunnen worden afgevuurd op het oosten van Afrika, het zuiden van Azië en het hele Midden-Oosten.

In 2010 waren de Chagoseilanden opeens in het internationale nieuws. De Britse
overheid, die de eilanden beheert, riep de archipel en de omringende wateren uit tot het grootste zeereservaat ter wereld. Er zijn weinig plekken waar er zoveel verschillende
vissoorten leven, onaangetaste koraalriffen voorkomen en zeldzame vogels broeden. Die soortenrijkdom diende beschermd te worden, vond de Britse regering, en ze verbood alle menselijke activiteiten die de biodiversiteit in het gebied zouden kunnen verstoren – met uitzondering van de activiteiten van de Amerikaanse militairen op Diego Garcia. Natuurorganisaties en marinebiologen van over de hele wereld waren wildenthousiast over de beslissing van de Britse overheid. Eindelijk hadden politici eens aandacht voor het belang van het behoud van koralen, kokoskrabben en roodpootgenten. Het was dan ook een serieuze domper toen uitkwam dat natuurbescherming niet de enige motivatie was tot het uitroepen van het zeereservaat. In geheime Amerikaanse documenten, openbaar gemaakt door Wikileaks, stond het zwart op wit: ‘het uitroepen van een zeereservaat maakt een eind aan de strijd van de voormalige eilandbewoners voor hun recht op terugkeer.’

 

Verkocht
Alleen op het eiland Diego Garcia is er op de Chagosarchipel nog een levende ziel te bekennen. Vijftig jaar geleden, toen er nog geen Amerikaanse basis was en de eilanden nog tot de Britse kolonie Mauritius behoorden, was dat wel anders. Toen woonden er, verspreid over de archipel, zo’n tweeduizend Ilois, eilandbewoners die afstamden van de slaven en contractarbeiders die sinds het eind van de achttiende eeuw vanuit Afrika en India naar de eilanden verscheept waren. Het leven was er zwaar, maar relatief eenvoudig. Mensen leefden in kleine gemeenschappen, werkten op kokosnootplantages en kregen hun loon grotendeels uitbetaald in levensmiddelen. Wie op vakantie wilde of bijvoorbeeld een ziekenhuis moest bezoeken, nam een boot naar Mauritius, meer dan 2000 kilometer verderop.

Het leven van de eilanders werd bruut verstoord toen enkele hooggeplaatste
Britse overheidsfunctionarissen halverwege de jaren zestig een deal sloten met de
Amerikaanse defensie, die in het koraaleilandje Diego Garcia de ideale locatie zag
voor een militaire basis. In ruil voor een fikse korting op de aanschaf van een partij
langeafstandsraketten, scheidde Groot-Brittannië de Chagoseilanden af van hun kolonie Mauritius en beloofde iets te doen aan wat de Amerikanen zagen als het enige
nadeel van de locatie: het feit dat er mensen woonden. De Amerikaanse defensie had
liever geen pottenkijkers rond haar basis. De Britten namen de taak op zich om de
eilandbewoners te verwijderen.

De Ilois, of de Chagossians, zoals ze zich vandaag de dag noemen, herinneren zich al
te goed hoe de Britten te werk gingen. ‘We hadden een goed leven op de eilanden’,
vertelt Lisbey, een vrouw van tegen de zestig. ‘We werkten op de kokosnootplantages,
vingen vis voor het avondeten, verbouwden onze eigen groenten en op zondag speelden we bingo. Maar plotseling gebeurden er vreemde dingen. Mensen die naar Mauritius gingen, zwangere vrouwen bijvoorbeeld die daar naar het ziekenhuis moesten om te bevallen, kwamen niet meer terug. Jarenlang wisten we niet wat er met hen gebeurd was. Achteraf bleek dat ze niet meer terug mochten. ‘Jullie eiland is verkocht’, kregen ze te horen toen ze de boot wilden nemen. Ze konden hun baby niet eens aan hun man laten zien.’

 

Rookgordijn
De eilanden raakten leger en leger en voor hen die achterbleven werd het leven steeds
moeilijker. ‘Er werden steeds minder levensmiddelen aangevoerd. De rijst raakte op en
er lag steeds minder suiker, olie en meel in de winkels’, vertelt Lisbey. ‘Op een gegeven
moment waren er zelfs geen medicijnen meer beschikbaar.’ De strategie van de Britten
werkte: sommige eilanders besloten hun heil elders te zoeken.

Na enkele jaren waren er nog maar enkele honderden eilandbewoners over. De
Amerikanen wilden aan de bouw van hun basis beginnen en de Britse beheerders
gingen over tot drastischere maatregelen. Tussen 1971 en 1973 deporteerden ze de
overgebleven bevolking. De Chagossians moesten hun huizen, bezittingen en huisdieren achterlaten en werden op vrachtschepen gezet. Na een dagenlange reis op volgepakte schepen zonder voldoende voedsel en sanitaire voorzieningen werden ze op de kades van Mauritius en de Seychellen gedropt en werden ze verder aan hun lot overgelaten. De meeste Chagossians, werkloos, ongeletterd en zonder bezittingen, kwamen terecht in sloppenwijken, dromend over terugkeer naar hun geboortegrond.

Met de ontvolking van de Chagoseilanden schonden de Britten enkele basisbeginselen
van het Handvest van de Verenigde Naties. In artikel 73 staat bijvoorbeeld dat een land
de verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van de inwoners van de eigen koloniale
gebieden. Groot-Brittannië had als lid van de Verenigde Naties volgens het Handvest
zelfs ‘de heilige opdracht’ om het welzijn van deze mensen ‘naar beste krachten te
bevorderen’.

De Britse betrokkenen realiseerden zich maar al te goed dat ze in overtreding waren en
trokken in samenwerking met de Verenigde Staten een rookgordijn op om te voorkomen dat de ontvolking van de eilanden door de buitenwereld werd opgemerkt. Ze deden het voorkomen alsof de eilanden nauwelijks bewoond waren en dat er geen sprake was van een inheemse bevolking. Hun boodschap luidde als volgt: ‘De bevolking bestaat uit een kleine groep contractarbeiders uit de Seychellen en Mauritius die werken op de kokosnootplantages. Hun contracten zullen te zijner tijd worden beëindigd en hun terugkeer zal worden gefaciliteerd.’

 

Lijdensweg
Het rookgordijn van de Britten en de Amerikanen bleef lang hangen. De eerste protesten van de Chagossians in de jaren tachtig werden in het buitenland vaak niet serieus genomen, vertelt Lindsey Collen van de Mauritiaanse socialistische partij Lalit de Klas die betrokken was bij de organisatie van de protestacties: ‘Mensen geloofden ons
gewoonweg niet. Ze zeiden dat het niet mogelijk was dat de Britten zich zo erg hadden
misdragen. Je moet de macht van het Verenigd Koninkrijk niet onderschatten. Als
de Britse regering zei dat de Britten zich hadden teruggetrokken uit alle Afrikaanse
koloniën – dan geloofden mensen dat. Klaar.’

Pas na jarenlange protesten kreeg het verhaal internationaal meer bekendheid. De
verwijdering van de Chagossians viel niet meer te ontkennen en de Britse regering
betuigde haar spijt over ‘de gang van zaken rond de ontvolking van de eilanden’. Ook
keerde de Britse staat financiële compensaties uit aan Chagossians voor het aangedane leed en stelde zij eerste en tweede generatie Chagossians in de gelegenheid om een Brits paspoort aan te vragen.

 

Strijd voor rechtvaardigheid
Wat betreft de Chagossians is de zaak nog niet afgedaan. Want ondanks de erkenning
van ‘fouten die gemaakt zijn in het verleden’, kunnen de Chagossians nog altijd niet
terug naar eilanden waar ze vandaan komen. Olivier Bancoult, de leider van de Chagos
Refugee Group, sleepte namens zijn organisatie de Britse staat voor de rechtbank. Na
dertien jaar procederen is hij nog altijd strijdvaardig: ‘Het staat in het Europese Verdrag
voor de Rechten van de Mens: je mag burgers niet hun land uitzetten. En dat is precies
wat Groot-Brittannië veertig jaar geleden heeft gedaan. Wij eisen het recht om terug
te keren naar de Chagoseilanden. Wij eisen dat er een einde wordt gemaakt aan de
lijdensweg van de Chagossians.’

Maar de Britse regering en met name de Amerikaanse defensie willen niets weten
van terugkeer van de Chagossians, ook niet naar de eilanden van de archipel die niet
gebruikt worden voor militaire activiteiten, zo’n tweehonderd kilometer verwijderd
van Diego Garcia. Op de vraag waarom, komt altijd hetzelfde, vage antwoord: ‘De
veiligheid van de basis staat op het spel.’ Wat het veiligheidsrisico van enkele honderden Chagossians op een eiland ver weg van de basis precies behelst, blijft onduidelijk. Vooral omdat veruit de meeste Amerikaanse bases in de wereld gewoon midden in bewoond gebied staan. Diego Garcia is één van de weinige uitzonderingen.
Keer op keer worden de Chagossians weer geconfronteerd met de koppige volharding
van de Britse regering en de Amerikaanse defensie.

 

Europees Hof
In het jaar 2000 leek terugkeer even onder handbereik: de Britse rechtbank stelde de Chagossians in het gelijk en gaf hen het recht op terugkeer naar de Chagoseilanden, met uitzondering van Diego Garcia. Maar voordat de Chagossians daadwerkelijke terugkeer hadden kunnen realiseren, keerden hun kansen. ‘In het licht van de recente ontwikkelingen’ – lees, de aanslagen op de Twin Towers – zag de Britse regering de terugkeer van de Chagossians als ‘onwenselijk’. Zonder inmenging van het parlement verklaarde de regering de eerdere rechterlijke uitspraak ongeldig. De veiligheid van de Amerikaanse basis was wederom van groter belang dan het recht op terugkeer van de Chagossians.

De Chagossians blijven strijden voor hun rechten, tegenwoordig bij het Europese
Hof voor de Rechten van de Mens. Nu zien zij zich daarbij geconfronteerd met een
zeereservaat, waar een burgerbevolking ongewenst is. Volgens de Britse diplomaat
Nick Leake staat het zeereservaat compleet los van de eventuele terugkeer van de
Chagossians. Het gaat puur en alleen om natuurbescherming. ‘De huidige staat van de
Chagosarchipel is te danken aan een toevallige samenloop van omstandigheden’, licht
hij toe. ‘Door het ontbreken van menselijke invloeden is er een unieke soortenrijkdom
ontstaan.’

Een bittere pil voor de Chagossians.