Het huis van de schildpad

Lees eerst Olympisch goud.

De Bungei villaWilfred vertelde me eerder dat veel atleten aan de drank raken als ze een punt hebben gezet achter hun sportcarrière. Jarenlang hebben ze super gedisciplineerd geleefd. Het programma van elke dag lag vast. En nu hebben ze plots niets meer te doen. Ze hebben te veel geld en te veel tijd en slijten hun dagen voortaan in de kroeg.

Wilfred zelf heeft geen last van die apathie: zijn bedrijf Tortoise – Schildpad – groeit met de dag. Het is niet alleen de naam van zijn restaurant en zijn hotel in aanbouw, maar ook van zijn transportonderneming en landbouwbedrijf. Hij heeft net twee vrachtwagens aangeschaft en samen met zijn vrouw Josphine is hij een kippenboerderij en een theeplantage en een begonnen. Lees verder

Olympisch goud

IMG_3421“Ik ben zelf ook een sportman – atletiek”, zegt de man terwijl hij mijn fiets inspecteert. Hij draagt een oogverblindend wit overhemd, jeans en cowboylaarzen.

“Echt waar? Op welk niveau? Nationaal?”, vraag ik.

“Nou, nee, eerder internationaal. In 2008 won ik goud op de Olympische Spelen in Beijing. Op de 800 meter. Wilfred Bungei is de naam. Als je wilt, kan je wel een handtekening krijgen…” Lees verder

In het regenwoud

Een zwartwitte columbusaap

Een zwartwitte columbusaap

Ooit strekte het regenwoud zich uit van Kenia tot Congo en verder. Nu zijn er nog maar kleine stukjes over. De rest is gekapt en omgetoverd tot landbouwgrond. Maar bij Kakamega is een stuk bos bewaard gebleven. Twee dagen slaap ik er in een blokhut, omringd door roodstaartapen, blauwe apen – die eigenlijk grijs zijn – , bavianen en zwartwitte columbusapen, apenonderzoekers, vogels en vlinders.

Een paar fotootjes. Lees verder

Welterusten

“Als ik een verhaal vertel, zullen jullie dan tevreden zijn?

Ja?

Dan begin ik”

– De statige oude dame nestelt zich nog eens goed in haar stoel. Een tl-balk verlicht haar gezicht en die van haar toehoorders. De open plek is omringd door enkele hutten. Daarbuiten is het regenwoud. Enkele vogels zingen nog en de generator bromt. Verder is het stil. De vrouw begint haar verhaal. Een verhaal zoals alle oma’s hier aan hun kleinkinderen vertellen als het donker wordt, even voor het slapen gaan – Lees verder

Gezelschap onderweg

Pastor RonaldEr wordt hier heel wat afgefietst. Tenminste, door mannen dan. Het schijnt dat je als vrouw je maagdelijkheid kan verliezen als je fietst – hoe dat precies zit heeft nog niemand me kunnen uitleggen, maar het is een feit dat je maar weinig vrouwen ziet fietsen. De mannen echter, trappen dapper door op hun fietsen zonder versnellingen. Aan hun stuur hangt een hakmes, aan de bagagedrager zes trossen bananen (geen trossen zoals je ze in de supermarkt koopt, maar echte grote trossen, zoals ze aan de boom groeien). Of ze vervoeren een baal stro en twee loodzware jerrycans met water, een mand met kippen, of gewoon met een medereiziger. Speciaal voor het passagiersvervoer is vrijwel elke fiets hier uitgerust met voetsteuntjes en een extra brede bagagedrager, soms met een kussentje erop. Lees verder

Op weg naar het werk

Elk zichzelf respecterend hotel heeft hier een bewaker. Een man met stevige kisten en een flink geweer. Soms met een bajonet erop. Het ziet er wat afschrikwekkend uit, zo op het eerste gezicht. Maar dat is waarschijnlijk dan ook de bedoeling.IMG_3282

Maar als bewaker Leonard tegen het vallen van de avond naar zijn werk fietst, zijn geweer op zijn rug en zijn zadel net iets te laag voor zijn lange benen, ziet hij er toch aanmerkelijk minder dreigend uit.

Born again

IMG_3275Irene heeft het gehad met mannen. Ze was zo´n twintig jaar getrouwd met een vent die haar sloeg. Toen had ze het gehad en ging ze bij hem weg. Of hij bij haar – dat is me niet helemaal duidelijk. In ieder geval: ze woont nu alleen met haar kinderen en is gelukkig. Een man komt er niet meer in. Nooit meer.

Irene, verpleegster in de plattelandskliniek waar ik eerder een dutje heb gedaan, heeft me uitgenodigd om bij haar thuis langs te komen. Ze ontvangt graag vrienden en al nadat we elkaar een paar minuten kenden, heeft ze besloten dat wij vrienden zijn. Vrienden voor het leven. Lees verder

Kraamzaal

kraamkliniek

En dan lig ik plots op de kraamafdeling van een plattelandskliniek. Ik wilde eigenlijk alleen maar een flesje water tappen en even uitrusten in de schaduw, maar Stephen, de doktersassistent, heeft me verkeerd begrepen en denkt dat ik een dutje wil doen. Hij heeft me daarom rechtstreeks naar een zaal van de kraamafdeling gebracht die nog maar net is opgeleverd. De zaal is nog niet in gebruik genomen, maar de bedden staan al klaar voor de patiënten. Lees verder

Hoe te vissen

IMG_3193

Op Hairy Lemon Island verblijven naast vier man personeel slechts zeven gasten: twee Ierse jongens die willen leren kajakken, een tot over de oren verliefd Oegandees stelletje, een Zuid-Afrikaanse man met zijn dochter en ik.

De Zuid-Afrikaan brengt zijn dagen door met vliegvissen. Met bergschoenen en al loopt hij tot lieshoogte het water in.

En daar staat hij dan, uren aan een stuk. Zijn dochter heeft fotodienst: als vader iets gevangen heeft, moet zij meteen klaarstaan met het toestel, want de vis moet weer levend en wel terug het water in.  Lees verder

Condoom cadeau

Ik stap door het kleine deurtje in de metalen poort van een guesthouse in Nazigo. Mijn fiets heb ik buiten laten staan en ik draag alleen een tas met paspoort, portemonnee, fietssleutel, camera, dagboek en andere handbagage. Op de binnenplaats van de guesthouse kijken de jongens bij de pooltafel en de mannen aan de tafeltjes bij de bar me aan. Afwachtend. Zonder iets te zeggen. Een mzungu, wat moet die hier? Lees verder

0710 Weg Bombo Kayunga

De weg van Bombo naar Kayunga: zestig kilometer lang berg op berg af langs de bananenbomen, palmen en gekke moerasplanten.

De dakloze soldaat

Stafsergeant Robert (met bruine polo) aan de pooltafel

Stafsergeant Robert (met bruine polo) aan de pooltafel

In het stadje Bombo is het hoofdkantoor van de Ugandese landmacht gevestigd, en dat is te merken: rijen barakken bepalen het straatbeeld en zowat iedereen die ik ontmoet is soldaat. Ook in de bar van mijn guesthouse barst het van de soldaten. Robert, stafsergeant van de logistieke dienst, probeert mijn pooltechnieken bij te slijpen en soldaat Odim begeleidt me ’s avonds door de dondere straten van het stadje om wat eten te gaan halen.

Voordat Odim en ik vertrekken, meldt hij dit even netjes bij de hotelbaas. Hij belooft dat hij goed zal passen op de mzungu, de blanke. Lees verder

Zondagochtend in Kampala

Zondagochtend vroeg vertrek ik uit Kampala. De zon is nog niet lang op en de bewoners van de stad liggen nog op bed. Of ze zitten in de kerk. Ze zijn in ieder geval nog nauwelijks op straat te vinden. Kruispunten die normaal compleet vaststaan met taxibusjes, auto´s een brommertaxi´s zijn nu met gemak over te steken. Een prima moment dus om op de fiets te stappen. Lees verder

‘Katjelam’

uitzicht vanaf het dakterras

uitzicht vanaf het dakterras

Een belangrijk deel van mijn eerste dagen in Kampala breng ik door op het dakterras van het ICU Guesthouse, een pension een paar kilometer buiten het centrum van Kampala. De zon schijnt fel, maar met een beetje wind is het in de schaduw van een afdakje goed uit te houden. Soms onweert het even en klettert de regen naar op de golfplaten. In de palmen zitten vogels die klinken als apen. Op een avond trilt het guesthouse op zijn fundamenten: een kleine aardbeving treft Kampala. Moe van de reis hang ik op de kussens en lees ik wat. Langzaam begin ik te acclimatiseren. Lees verder

Fiets in doos

Al vijf keer heb ik vanuit Nederland mijn fiets mee op het vliegtuig genomen. Het inpakken van de fiets is inmiddels een waar familieritueel. Mijn vader tikt een oude fietsdoos op de kop bij een fietsenmaker in de buurt, ik schroef mijn fiets uit elkaar en mijn moeder helpt mee met het betere knip- en plakwerk. We maken de doos precies op maat en met tie-wraps en duct tape zorgen we ervoor dat er niets kan gaan schuiven en schuren. Lees verder