Mijn Ithaka

KameelHet Kenya Bay Beach Hotel ligt pal aan het strand. Om het zwembad staan palmbomen en ligstoelen met blauwe parasolletjes. In de palmen zitten grijze aapjes met opmerkelijk turquoise ballen. Vanaf loungebanken kijk je uit over de Indische oceaan. Op het strand passeert af en toe een landerige kameel met op zijn rug een toerist. Twee kamelendrijvers zorgen ervoor dat het dier de goede kant op loopt. De een trekt aan een touw aan zijn halster, de ander houdt hem vast bij zijn staart.

De bewaker van het hotel kauwt qat om alert te blijven.

Uitzicht Kenya Bay Beach HotelHet hotel is de ideale plek om bij te komen, maar toch ontbreekt er iets. Hier in het hotel is alles voorspelbaar: er is ontbijt, lunch en diner en ’s avonds om stipt negen uur begint de Afrikaanse dans. De toeristen luieren rond het zwembad, het hotelpersoneel is vriendelijk en gedienstig en de mannen op het strand doen alles om hun kralenarmbandjes, houten olifanten en boottochtjes te slijten. Iedereen houdt zich keurig aan zijn rol.

Op de fiets weet je nooit wat je kan verwachten, wie je gaat tegenkomen, wat je zal zien en waar je zal slapen. En hoewel ik nu echt wel blij ben met mijn zachte bed, de loungebanken en de zee… het is allemaal toch ook wel een beetje saai. Zo saai dat ik er wat droevig van wordt.

Ik mis de korte gesprekjes met Maasaiherders, het genot van een warme douche na een lange fietsdag en de plotse ontmoetingen met bavianen en giraffes.

In een vlaag van melancholie haal ik een A4-tje uit mijn tas dat ik al jaren meeneem op reis. Het is inmiddels een beetje groezelig geworden. Ik weet precies wat er op staat, maar toch troost het me om het nog eens te lezen.

Het is een gedicht van K.P. Kavafis: Ithaka. Vervang ‘Ithaka’ door ‘Mombasa’, en je begrijpt wel wat ik bedoel.

Ithaka

Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.

Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.

Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
’t Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer.

En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.

K.P. Kavafis

(Vertaald uit het Grieks: Hans Warren en Mario Molengraaf, Gedichten, Amsterdam 1991, p. 25. )

4 gedachten over “Mijn Ithaka

  1. Frans Verhelle

    Beste Saar, nog een gedicht om te overwegen en de saaiheid van het moment te vergeten.Hou je sterk.

    Gij die op weg zijt,
    Er is geen weg
    Je maakt de weg
    Je maakt de weg
    Al stappend.

    Caminante, son tus huellas
    el camino, y nada más;
    caminante, no hay camino,
    se hace camino al andar.
    Al andar se hace camino,
    y al volver la vista atrás
    se ve la senda que nunca
    se ha de volver a pisar.
    Caminante, no hay camino,
    sino estelas en la mar.
    Caminhante, são teus rastos
    o caminho, e nada mais;
    caminhante, não há caminho,
    faz-se caminho ao andar.
    Ao andar faz-se o caminho,
    e ao olhar-se para trás
    vê-se a senda que jamais
    se há-de voltar a pisar.
    Caminhante, não há caminho,
    somente sulcos no mar.

    Atonio Machado

    1. Frans Verhelle

      Dit gedicht wordt gezongen door
      Joan Manuel Serrat – Cantares, een prachtig lied
      Het lied kan je vinden met YouTube

      Vertalen in het Nederlands is zeer moeilijk.
      De betekenis is: kijk nooit achterom, wat je ooit hebt ervaren komt nooit terug maar je kan het voor altijd meedragen in je hart als een kostbare schat.Hou nooit op met stappen want er ligt steeds een nieuwe weg voor je open als je verder doorgaat.

  2. Saar Slegers Bericht auteur

    Dank Frans, voor je betrokkenheid en je luistertip. Ik zie alweer uit naar de volgende reis! 🙂

Reacties zijn gesloten.