In het strandhotel verplaats ik me van mijn bed naar de ligstoelen aan het zwembad en van de ligstoelen naar de loungebanken. Soms loop ik even de zee in. Mijn vrienden de Sikhs doen navenant niet veel anders. Behalve dan dat hun nietsdoen gepaard gaat met een aardige alcoholconsumptie. Wodka vóór de lunch, wijn bij de lunch en bier na de lunch. En ’s avonds whisky. “Boss”, roepen ze naar de ober, “more ice please, more ice!”Gelukkig zijn het geharde drinkers en blijft hun gezelschap aangenaam.
De mannen in het gezelschap hebben allemaal hun eigen bedrijf in de bouw. De een heeft een loodgietersbedrijf, de ander doet interieurs, de ander constructie. Allemaal werken ze voor grote commerciële bedrijven en dure hotels. Aan hun gebruinde gezichten zie je precies waar hun tulband normaal gesproken ophoudt.
Ambi wilt me wel verklappen hoe je er in Kenia voor zorgt dat je bedrijf een succes wordt. Hij kijkt me serieus aan, fronst en zegt: “Twee woorden: whiskey en kip.” Elke week maakt hij zelf een indiase kipcurry en nodigt hij een paar van zijn belangrijkste opdrachtgevers bij hem thuis uit. “Nergens in Nairobi kan je zo’n goede kip krijgen als bij een Sikh thuis. De witten en ze zwarten weten niet hoe ze die moeten maken. Dus willen ze allemaal langskomen. We eten kip, we drinken whisky en als er later een deal gesloten moet worden, dan lopen de onderhandelingen heel soepeltjes.”
Tijdens de lunch – geen kip, maar kreeft met friet – in een luxe strandtent sturen de mannen drankjes en flessen wijn naar andere tafels waar vage kennissen zitten. Dipi, Ambi’s vrouw, buigt zich naar mij toe: “Dit is het grootste probleem van de Sikhs. Hun hart is te groot. Ze blijven elkaar maar alcohol aanbieden. Ze blijven maar drinken. Een vriend van ons ligt op de intensive care omdat zijn lever ermee gestopt is. Veertig jaar oud en dan al problemen met je lever!”
Dan bestelt ze zelf nog een Smirnoff Ice.
Geweldig verhaal 🙂 Ga de kiptip onthouden haha