Categoriearchief: Reisverhalen

Mijn Ithaka

KameelHet Kenya Bay Beach Hotel ligt pal aan het strand. Om het zwembad staan palmbomen en ligstoelen met blauwe parasolletjes. In de palmen zitten grijze aapjes met opmerkelijk turquoise ballen. Vanaf loungebanken kijk je uit over de Indische oceaan. Op het strand passeert af en toe een landerige kameel met op zijn rug een toerist. Twee kamelendrijvers zorgen ervoor dat het dier de goede kant op loopt. De een trekt aan een touw aan zijn halster, de ander houdt hem vast bij zijn staart.

De bewaker van het hotel kauwt qat om alert te blijven. Lees verder

Whisky en kip

In het strandhotel verplaats ik me van mijn bed naar de ligstoelen aan het zwembad en van de ligstoelen naar de loungebanken. Soms loop ik even de zee in. Mijn vrienden de Sikhs doen navenant niet veel anders. Behalve dan dat hun nietsdoen gepaard gaat met een aardige alcoholconsumptie. Wodka vóór de lunch, wijn bij de lunch en bier na de lunch. En ’s avonds whisky. “Boss”, roepen ze naar de ober, “more ice please, more ice!”Gelukkig zijn het geharde drinkers en blijft hun gezelschap aangenaam.  Lees verder

Update

Mijn arm en mijn heup worden met de dag blauwer en ik heb spierpijn in mijn nek. Niet fijn, maar nu ik uitgerust ben, valt er best mee te leven. Met een beetje creativiteit kan ik mezelf aankleden en wassen. En als ik maar genoeg kussens tot mijn beschikking heb, wil het slapen ook best lukken. Alleen heb ik nu ook spierpijn in mijn buikspieren, omdat ik die kennelijk gebruik om mijn nek wat te ontlasten. Ik kan mijn arm al iets verder buigen dan eerst en met twee handen typen lukt ook alweer.

Het zou zomaar kunnen dat ik al snel weer helemaal de oude ben.

Hulp bij inpakken

 

Ongeluk

AmbulanceOp het ene moment rijd ik nog zo’n veertig kilometer per uur. Op het andere moment vlieg ik door de lucht en kom met een klap op het asfalt terecht. Eerst raakt mijn elleboog de grond, dan mijn heup en dan mijn hoofd. Even is er niets anders dan de pijn en het kraken van mijn helm. Ik schreeuw: “Aaaaah”. Zo hard en lang mogelijk. En nog eens, met alle kracht die ik heb: “Aaaah”.

Het is het enige dat ik kan doen. Ik wil niet bewegen. Alleen maar liggen en schreeuwen.

Ik lig op mijn zij op het asfalt, mijn gezicht naar de lucht. Met mijn rechterarm voel ik mijn linker elleboog. Ik voel een harde knobbel waar normaal zacht vlees zit. En daarnaast voel ik een kuiltje. Zit daar normaal gesproken een kuiltje? Ik kan het me niet voorstellen.

Iemand probeert me aan mijn linkerarm op te trekken. Ik schreeuw het uit. “Don’t touch it! Don’t touch!” Mijn arm wordt losgelaten. Even later hoor ik stemmen. “You’ll be okay. Dont worry! Don’t worry!”

Deze geruststellingen, ongetwijfeld goed bedoeld, maken me woedend. Ik lig nog steeds stil. Mijn nek durf ik niet te bewegen. Maar ik roep: “Het gaat niet goed! Mijn arm is gebroken. En het doet pijn. Heel veel pijn! En pas op met mijn hoofd!”

Iemand legt een hand onder mijn nek, verwijdert mijn helm en legt er een kussen voor in de plaats. “Rustig maar. De ambulance komt eraan.”

Later zal ik me geen beelden herinneren. Wie me probeerde op te trekken. Wie om de brancard staan. Het enige beeld dat me later voor ogen zal staan is het beeld van mijn elleboog en de knobbel en de deuk die er niet zouden moeten zitten. Lees verder

Bij de rangers

De rangers van Tsavo West

Ook al was het een mooie rit, als het hek van Tsavo West in zicht komt, ben ik toch wel weer blij het park uit te zijn. Eindelijk tijd voor een uitgebreide picknick. Maar ik ben het park nog niet uit, of ik ga er alweer in, want ik word uitgenodigd door de parkwachters om te overnachten in een van hun barakken die toch leeg staat. Ik moet alleen beloven dat ik na zonsondergang niet naar het wc gebouwtje ga, want ’s avonds komen de olifanten graag het erf op.  Lees verder

Fietssafari voor beginners

olifant op de weg“Zorg ervoor dat je altijd een beetje as bij de hand hebt”, zegt Ian door de telefoon. “Als je een gevaarlijk dier ziet – een leeuw of een andere kat – gooi dan een beetje van die as in de lucht en kijk welke kant het op waait. Als de as van jou en de leeuw weg waait is er niets aan de hand. Waait de as naar de leeuw toe, nou ja, dan ben je goed als dood.” Lees verder

Fruitsla

’s Ochtends, voor vertrek, een fruitsla van banaan, papaja, komkommer, sinaasappel, avocado, watermeloen en passievrucht. Gemaakt door Christine – ‘Think of the Lord and you know my name’ – die van zes uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds haar kraam bemant en continu staat te schillen en te hakken.

Christine in haar fruitkraam

Leeuwenjacht

Tom“Wacht nog even”, zegt Tom, “ik haal mijn knuppel en dan kunnen we gaan.”

Tom heeft aangeboden me te begeleiden tijdens een wandelindelingetje over de savanne. Ik ben twee dagen aan het bijkomen in het Maasai Simba Camp waar ik mijn eigen hut heb – compleet met strooien dakje – en waar ik per dag drie heerlijke maaltijden krijg voorgezet. Tom is een broer van de eigenaar van het kamp, en, is zoals ongeveer alle mannen in deze regio, Maasaikrijger. En een Maasaikrijger neemt het liefst zijn speer en knuppel mee als hij in de bush op pad gaat. Voor het geval dat hij door een leeuw wordt aangevallen Lees verder

Slaapplaats

Maasailand

IMG_3565Sinds een week fiets ik door het land van de Maasai. Ik heb nooit eerder een volk ontmoet dat me zo exotisch voorkwam. Zo anders.

Hun rode gewaden en hun uitgerekte oorlellen. De cirkelvormige littekens op hun wangen en het gat waar hun onderste voortanden zaten voordat ze getrokken werden. De kleurrijke sieraden, gemaakt van talloze minuscule kraaltjes. De speren. De knuppels. Lees verder

Stofbad met beloning

IMG_3570

Na de tegenslag eerder deze week ben ik nog een dag in Kajiado gebleven. Ik heb een ander guesthouse gevonden – eentje zonder nachtclub op het dak – en kon daar in alle rust bijslapen. Nu ben ik weer onderweg, over onverharde wegen richting Oloitokitok.

De eerste vijftig kilometer zijn aardig te doen. Het gaat heuvel-op heuvel-af, maar de weg is aardig begaanbaar. Daarna wordt het lastiger. De weg is verknalt door de vrachtwagens die soms de bush in rijden om rivierzand op te halen om op de bouw te gebruiken. Door het denderende gewicht van de wagens is de weg in een groot stofbad veranderd. Stof, zo fijn dat je er, bij elke stap die je zet, tot halverwege je kuit in wegzakt. Stof dat zich in de gaten en kieren van je fiets verzamelt en waar niet tegenop te oliën is. Je hoort de ketting over de tandwielen schuren: krtsjp krsjp krksjp. Lees verder

Warm

MaasaidekentjeDe zon schijnt weer. Nou ja, af en toe dan. Genoeg om op te warmen en mijn was te drogen. Ik heb ook een dekentje aangeschaft tegen de kou. Een echte shuka, een Maasaidekentje: rood met blauw-wit-zwarte ruiten. Het staat een beetje apart, maar het dekentje is heerlijk warm als het ’s avonds afkoelt. Ook leent het zich bovendien prima als picknickkleedje.

En van een Maasai krijg ik af en toe  een complimentje, ´Mooie shuka, hoor!´

Tegenslag

Athi hoogvlakteEn dan zit het plotseling allemaal tegen. Het is koud, het regent en ik ben moe. Nog geen twintig kilometer buiten Nairobi ga ik een hotel binnen om thee te drinken en op te warmen. Maar ook in het hotel is het koud en het duurt wel twee uur en zes kopen thee voordat ik weer een beetje ben opgewarmd. De serveerster biedt aan mijn kleren te strijken, zodat ik tenminste met een droog pak verder kan.  Lees verder

Hoe te reizen

Chris, campingbaas in Nairobi, heeft ze allemaal al eens langs zien komen: de vrouw die van Egypte naar Zuid-Afrika fietste, de jongen die dezelfde tocht op skeelers deed en de man die liep, zijn bagage voortduwend in een kinderwagen. “Die laatste kon me niet veel anders vertellen dan hoeveel paar schoenen hij al had versleten”, zucht Chris.

De lange Duitser met blond haar in een staart, lijkt er wat cynisch van te zijn geworden. “‘Doe wat je leuk vindt!’, zeg ik altijd maar”, zegt hij meewarig. “Mij maakt het allemaal niet uit.” Lees verder