Categoriearchief: tekst

Pablo

PabloHij was een typische zeventienjarige jongen: mager, lange ledematen, een voorzichtig zacht baardje op zijn kin. In de buurt van volwassenen was hij soms nog wat verlegen. Maar toch… hij was al bijna een man. Zo’n twee maanden geleden kwamen zijn ooms nog helemaal vanuit Londen overvliegen om hem ceremonieel zijn eerste echte tulband om te binden.

Afgelopen zaterdag had Pavraj (of Pablo) Ghataurhae zijn tulband niet om. Dat zie ik op een foto op de website van de Spaanse krant El Pais. Op de foto ligt Pablo op de grond. Zijn donkere, lange haar zit netjes in een knotje op zijn kruin, zijn armen zijn over zijn borst gevouwen. Zijn witte T-shirt is rood van het bloed. Zijn ogen zijn dicht. Hij is dood. Lees verder

Slapend

Ik droom dat ik wakker word. De ene keer lig ik in een kano, de andere keer in een minibusje. Soms in een hotelkamer met openstaande deur. Ik hoor stemmen, zie mensen bewegen. Ik voel mijn arm pijnlijk kloppend tegen mijn lijf, steunend in het kuiltje van mijn taille, of voorzichtig tegen mijn borst gevouwen. Ik weet niet wie de mensen zijn bij wie ik in de kano lig, of in het minibusje. Maar ik meen ze wel te kunnen vertrouwen. Toch maak ik me zorgen. Want waar is mijn fiets gebleven? En wanneer heb ik mijn tassen voor het laatst gezien? Ik heb geen idee. Lees verder

Over ongelukken in kleine hoekjes gesproken

“Waarom ik oordoppen draag bij het zwemmen? Dat is een lang verhaal”, zegt de Sikh.

“Ik houd wel van lange verhalen”, antwoord ik.

“Goed, dan zal ik het je vertellen.

Om ervoor te zorgen dat mijn tulband stevig op mijn hoofd blijft zitten, zet ik hem meestal vast met een paar haarspeldjes.

Op een dag zat ik in de auto. Mijn oor jeukte en plukte ik zo’n haarspeldje uit mijn tulband om ermee in mijn oor te krabben. Dat deed ik een poosje, gedachteloos. Lees verder

Mijn Ithaka

KameelHet Kenya Bay Beach Hotel ligt pal aan het strand. Om het zwembad staan palmbomen en ligstoelen met blauwe parasolletjes. In de palmen zitten grijze aapjes met opmerkelijk turquoise ballen. Vanaf loungebanken kijk je uit over de Indische oceaan. Op het strand passeert af en toe een landerige kameel met op zijn rug een toerist. Twee kamelendrijvers zorgen ervoor dat het dier de goede kant op loopt. De een trekt aan een touw aan zijn halster, de ander houdt hem vast bij zijn staart.

De bewaker van het hotel kauwt qat om alert te blijven. Lees verder

Whisky en kip

In het strandhotel verplaats ik me van mijn bed naar de ligstoelen aan het zwembad en van de ligstoelen naar de loungebanken. Soms loop ik even de zee in. Mijn vrienden de Sikhs doen navenant niet veel anders. Behalve dan dat hun nietsdoen gepaard gaat met een aardige alcoholconsumptie. Wodka vóór de lunch, wijn bij de lunch en bier na de lunch. En ’s avonds whisky. “Boss”, roepen ze naar de ober, “more ice please, more ice!”Gelukkig zijn het geharde drinkers en blijft hun gezelschap aangenaam.  Lees verder

Update

Mijn arm en mijn heup worden met de dag blauwer en ik heb spierpijn in mijn nek. Niet fijn, maar nu ik uitgerust ben, valt er best mee te leven. Met een beetje creativiteit kan ik mezelf aankleden en wassen. En als ik maar genoeg kussens tot mijn beschikking heb, wil het slapen ook best lukken. Alleen heb ik nu ook spierpijn in mijn buikspieren, omdat ik die kennelijk gebruik om mijn nek wat te ontlasten. Ik kan mijn arm al iets verder buigen dan eerst en met twee handen typen lukt ook alweer.

Het zou zomaar kunnen dat ik al snel weer helemaal de oude ben.

Hulp bij inpakken

 

Ongeluk

AmbulanceOp het ene moment rijd ik nog zo’n veertig kilometer per uur. Op het andere moment vlieg ik door de lucht en kom met een klap op het asfalt terecht. Eerst raakt mijn elleboog de grond, dan mijn heup en dan mijn hoofd. Even is er niets anders dan de pijn en het kraken van mijn helm. Ik schreeuw: “Aaaaah”. Zo hard en lang mogelijk. En nog eens, met alle kracht die ik heb: “Aaaah”.

Het is het enige dat ik kan doen. Ik wil niet bewegen. Alleen maar liggen en schreeuwen.

Ik lig op mijn zij op het asfalt, mijn gezicht naar de lucht. Met mijn rechterarm voel ik mijn linker elleboog. Ik voel een harde knobbel waar normaal zacht vlees zit. En daarnaast voel ik een kuiltje. Zit daar normaal gesproken een kuiltje? Ik kan het me niet voorstellen.

Iemand probeert me aan mijn linkerarm op te trekken. Ik schreeuw het uit. “Don’t touch it! Don’t touch!” Mijn arm wordt losgelaten. Even later hoor ik stemmen. “You’ll be okay. Dont worry! Don’t worry!”

Deze geruststellingen, ongetwijfeld goed bedoeld, maken me woedend. Ik lig nog steeds stil. Mijn nek durf ik niet te bewegen. Maar ik roep: “Het gaat niet goed! Mijn arm is gebroken. En het doet pijn. Heel veel pijn! En pas op met mijn hoofd!”

Iemand legt een hand onder mijn nek, verwijdert mijn helm en legt er een kussen voor in de plaats. “Rustig maar. De ambulance komt eraan.”

Later zal ik me geen beelden herinneren. Wie me probeerde op te trekken. Wie om de brancard staan. Het enige beeld dat me later voor ogen zal staan is het beeld van mijn elleboog en de knobbel en de deuk die er niet zouden moeten zitten. Lees verder

Bij de rangers

De rangers van Tsavo West

Ook al was het een mooie rit, als het hek van Tsavo West in zicht komt, ben ik toch wel weer blij het park uit te zijn. Eindelijk tijd voor een uitgebreide picknick. Maar ik ben het park nog niet uit, of ik ga er alweer in, want ik word uitgenodigd door de parkwachters om te overnachten in een van hun barakken die toch leeg staat. Ik moet alleen beloven dat ik na zonsondergang niet naar het wc gebouwtje ga, want ’s avonds komen de olifanten graag het erf op.  Lees verder

Fietssafari voor beginners

olifant op de weg“Zorg ervoor dat je altijd een beetje as bij de hand hebt”, zegt Ian door de telefoon. “Als je een gevaarlijk dier ziet – een leeuw of een andere kat – gooi dan een beetje van die as in de lucht en kijk welke kant het op waait. Als de as van jou en de leeuw weg waait is er niets aan de hand. Waait de as naar de leeuw toe, nou ja, dan ben je goed als dood.” Lees verder

Fruitsla

’s Ochtends, voor vertrek, een fruitsla van banaan, papaja, komkommer, sinaasappel, avocado, watermeloen en passievrucht. Gemaakt door Christine – ‘Think of the Lord and you know my name’ – die van zes uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds haar kraam bemant en continu staat te schillen en te hakken.

Christine in haar fruitkraam

Leeuwenjacht

Tom“Wacht nog even”, zegt Tom, “ik haal mijn knuppel en dan kunnen we gaan.”

Tom heeft aangeboden me te begeleiden tijdens een wandelindelingetje over de savanne. Ik ben twee dagen aan het bijkomen in het Maasai Simba Camp waar ik mijn eigen hut heb – compleet met strooien dakje – en waar ik per dag drie heerlijke maaltijden krijg voorgezet. Tom is een broer van de eigenaar van het kamp, en, is zoals ongeveer alle mannen in deze regio, Maasaikrijger. En een Maasaikrijger neemt het liefst zijn speer en knuppel mee als hij in de bush op pad gaat. Voor het geval dat hij door een leeuw wordt aangevallen Lees verder

Slaapplaats

Maasailand

IMG_3565Sinds een week fiets ik door het land van de Maasai. Ik heb nooit eerder een volk ontmoet dat me zo exotisch voorkwam. Zo anders.

Hun rode gewaden en hun uitgerekte oorlellen. De cirkelvormige littekens op hun wangen en het gat waar hun onderste voortanden zaten voordat ze getrokken werden. De kleurrijke sieraden, gemaakt van talloze minuscule kraaltjes. De speren. De knuppels. Lees verder